INFORMATIE

Zo veel mogelijk informatie van alle vuurtorens in Nederland.

Nieuwe Sluis (Breskens)

Nieuwe Sluis is een vuurtoren bij de buurtschap Nieuwesluis, enkele kilometers ten westen van de dorpskern van Breskens, in de Nederlandse provincie Zeeland. De vuurtoren is ontworpen door Quirinus Harder en is gebouwd in 1867. De achtkantige, zwart-wit geverfde toren staat op de zeedijk aan de ingang van de Westerschelde. De toren heeft een hoogte van 22,4 meter en heeft vijf verdiepingen. Hij maakt deel uit van een reeks van lichten die het einde van de Schelde markeren en het scheepvaartverkeer tussen de Noordzee en Antwerpen begeleiden.

Deze toren is de oudste nog bestaande gietijzeren vuurtoren van Nederland, nadat de vuurtoren Noord-Schouwen Laag in Renesse in 1915 werd afgebroken en de gietijzeren baak bij het Flaauwe Werk bij Ouddorp in 1911 verdween. De toren heeft niet altijd zwart-witte banden gehad, maar was eerst geel en werd daarna voorzien van rood-witte banden. Het optiek van de toren is gemaakt door Barbier, Bénard & Turenne. Het lichthuis bevat een koperen koepel.

Oorspronkelijk maakte de vuurtoren als hoge licht deel uit van een lichtenlijn met een opengewerkt lichtopstand dat gelijktijdig met de vuurtoren bij het 't Killetje van Nieuwesluis werd gebouwd.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de vuurtoren enige tijd buiten werking gesteld en toen voorzien van camouflagekleuren. Na de oorlog is het licht pas in 1951 weer ontstoken. De vuurtoren kreeg toen een licht dat één verduistering telt per tien seconden. Het lage licht is na de oorlog verplaatst naar het centrum in Breskens. Tegenwoordig staat het op het Spuiplein.

Op 3 oktober 2011 werd het licht van de toren gedoofd. Op 29 mei 2015 is de vuurtoren in een kleine ceremonie door de Belgische overheid aan de Stichting Vuurtoren Breskens overgedragen. Sindsdien is de toren open voor publiek. Tevens is het licht weer operationeel, en staat ook op zeekaarten.

De vuurtoren stond oorspronkelijk boven op de zeedijk. Toen de dijk in de jaren zeventig van de twintigste eeuw op deltahoogte werd gebracht kwam hij aan de zeezijde van de dijk te staan.


Noorderhoofd

Het Noorderhoofd, ook wel Westkapelle Laag genoemd, is de tweede vuurtoren in Westkapelle naast de hoge vuurtoren in het dorp.

Midden op de Westkappelse Zeedijk staat de lage vuurtoren. Deze gietijzeren toren uit 1875-1876 is ontworpen door Quirinus Harder, die ook veel andere Nederlandse vuurtorens heeft ontworpen. De vuurtoren is gemaakt door ijzergieterij Nering Bögel in Deventer. Het baken vormt samen met de hoge toren een lichtlijn naar het Oostgat.

De toren is rood, met een witte band. Het licht van de toren heeft 3 kleuren; rood, wit en groen. Dit is gescheiden door een soort doorzichtige plastic panelen. De witte lichtsector is 6000 candela, de rode en de groene beide 1800 candela.

Aan de voet van de toren heeft tot 1995 een stenen gebouwtje gestaan dat in gebruik was bij de Kustwacht. Het werd in de jaren zestig van de twintigste eeuw gebouwd als vervanging voor een ander gebouwtje dat daar sinds ca. 1900 stond. Nadat de kustwacht was vertrokken raakte het onderkomen in verval en was doelwit van vandalisme. Bij gebrek aan een zinvolle bestemming is het gesloopt.

De toren is opengesteld voor het publiek. De exploitatie is in handen van Museum het Polderhuis in Westkapelle.


Westkapelle Hoog

De vuurtoren van Westkapelle, bijgenaamd Westkapelle Hoog, Hoge licht of Zuiderhoofd is de grootste vuurtoren van Westkapelle. Deze toren vormt samen met het Noorderhoofd een witte lichtlijn naar het Oostgat in noordwestelijke richting. Tot een aantal jaar geleden vormde de vuurtoren samen met Lichtopstand Zoutelande een rode lichtlijn in zuidoostelijke richting. Tegenwoordig is lichtopstand Zoutelande 'de sergeant' wit 

De toren is oorspronkelijk in 1470 in gebruik genomen als bakstenen kerktoren van de Sint-Willibrorduskerk. Zijn architectuur heeft grote overeenkomst met twee andere baksteengotische torens, het Belfort van Duinkerke en de toren van de Mariakerk in Gdańsk. In 1802 werd de torenspits van de toren verwijderd om plaats te maken voor een seintoestel van de semafoorlijn van de Franse bezetter.

In 1818 heeft men een lichthuis aangebracht op het platte dak van de toren, naar ontwerp van Jan Valk. Hierin werd een kustlicht aangebracht bestaande uit 15 Argandse olielampen voorzien van verzilverde lichtkaatsers. Nadat de kerk in de nacht van 14 op 15 maart 1831 door brand tot een ruïne was vernietigd en de restanten daarvan in 1834 werden gesloopt, bleef de toren staan als losstaand object. Even verderop werd in 1833-1835 een veel kleiner nieuw kerkje gebouwd, in de vorm van een rechthoekige zaal, dat tot 1944 zou bestaan.[1]


In 1906 werd het lichthuis uit 1818 verwijderd en kwam er een plaatijzeren ronde opbouw voor in de plaats, gebouwd door de firma Penn & Bauduin uit Dordrecht. Tegelijkertijd werd er toen een dubbellensoptiek van het type Fresnel in gebruik genomen. Het huidige optiek dateert uit 1951.

De toren bestaat uit zes verdiepingen en heeft een hoogte van 52,3 meter. De vuurtoren staat aan het begin van de hoofdstraat genaamd de Zuidstraat, is onbemand en op gezette tijden geopend voor het publiek. Het publiek kan dan de toren tot het dak beklimmen. De roodkleurige bovenbouw met daarin het optiek is niet toegankelijk voor het publiek.

In 1910 is de vuurtoren op schilderdoek vastgelegd door de Nederlandse kunstschilder Piet Mondriaan tijdens zijn periode in Domburg.

Het licht, bestaande uit een draaiend optiek, heeft een sterkte van 2.600.000 cd en is zichtbaar tot op 28 zeemijlen. Het lichtkarakter bestaat uit een schitterlicht iedere 3 seconden.

Vuurtoren van Zoutelande

De vuurtoren van Zoutelande of Sergeant is een vuurtoren bij Zoutelande in de Nederlandse provincie Zeeland. De toren vormde samen met de vuurtoren Westkapelle Hoog een lichtlijn in zuidwestelijke richtlijn om schepen veilig door de vaargeul van het Oostgat te loodsen komende vanaf Vlissingen.

De lichtopstand is de periode 1950-1951 gebouwd in de duinen bij Zoutelande. Voorheen stond op deze locatie een opengewerkte constructie. Het heeft dezelfde bouwstijl als de vuurtorens van Kaapduinen: een vierkante toren opgetrokken in baksteen met een tentdak. De kleur van de toren is echter in tegenstelling tot die van Kaapduinen baksteenbruin. De toren heeft geen lichthuis, maar laat het licht schijnen door een raam boven in de toren.

De toren is 12,8 meter hoog. Het licht van de lichtopstand heeft een bereik van 12 zeemijl, een hoogte van 22 meter boven zeeniveau en kleur van het licht is sinds 2015 wit. Daarvoor was het rood.

Kaapduinen laag

De vuurtorens van Kaapduinen zijn twee vuurtorens in de duinen bij Dishoek in de Nederlandse provincie Zeeland. De twee torens vormen samen een lichtlijn in noordwestelijke richting om schepen veilig door de vaargeul van het Oostgat te loodsen. De lichtopstanden dragen de namen Kaapduinen Hoog en Kaapduinen Laag.

Ze staan samen achter elkaar op één lijn met de vaargeul. De toren van het hoge licht heeft een hoogte van 12,6 meter en de toren van het lage licht 13,8 meter. Beide hebben een vierkante vorm, opgetrokken in baksteen met een tentdak en zijn horizontaal gestreept met banen van geel en rood. Deze torens zijn gebouwd in 1950-1951, maar de lichtlijn werd reeds in 1866 ingesteld. De torens hebben geen lichthuis, maar laten de lichtlijn schijnen door een raam boven in de torens. De geven wit licht, hebben een lichthoogte van 36 (hoog) en 27 meter (laag) boven zeeniveau en het licht van beide toren reikt 13 zeemijlen.


Vlissingen

De vuurtoren van Vlissingen is een vuurtoren op het Keizersbolwerk in de Nederlandse stad Vlissingen. Het doet dienst als havenlicht en sectorlicht.

Het oorspronkelijke torentje werd gebouwd in 1891. Het werd ontworpen door Adrianus Cornelis van Loo en uitgevoerd door de firma Enthoven & Co. Aanvankelijk had het een zeer kleine lantaarn. Na 1900 is er een veel groter lichthuis op het torentje gezet.

Op de eerste etage heeft jarenlang een houten uitkijkpost met balkon gezeten ten behoeve van de Belgische Loodsdienst, om controle te houden over het scheepvaartverkeer over de Westerschelde.

De gietijzeren stoel is in ongeveer 1990 vervangen door een plaatijzeren replica. Het lichthuis is wel behouden gebleven.

In 2013 is het stilstaande fresneloptiek vervangen door een installatie met led-verlichting.

Wester- Schouwen

De Wester-Schouwen of Westerlichttoren is een bekende vuurtoren in Burgh-Haamstede. De toren is ontworpen door Leendert Valk en gebouwd tussen 1837 en 1840. Met zijn 50 meter hoogte (boven het maaiveld) en een lichthoogte van 58 meter boven zeeniveau, is de toren een van de hoogste vuurtorens van Nederland.

De basis van de toren wordt gevormd door ongeveer 2,5 meter dikke muren, die naar boven toe steeds dunner worden. Een deels stenen en deels ijzeren trap van 226 treden voert naar de top. In 1983 is er een kleine personenlift aangebracht in de schacht van de toren. Bemand is deze toren niet meer sinds 1990, sindsdien wordt het radarbeeld wordt doorgestuurd naar de Kustwachtpost op het Westhoofd. De vuurtoren is sinds 1978 niet meer toegankelijk voor het publiek.

Rondom de voet van de toren zijn twee monumentale lichtwachterswoningen en één opzichterswoning gebouwd.

In 1979 is het oude lichthuis vervangen door een nieuw exemplaar om een radarantenne te kunnen dragen. Dit oude lichthuis is tegenwoordig in gebruik als kantoortje van de havenmeester in Burghsluis.

Beschildering

De beschildering met een rode en witte band, die in een spiraal omlaag lopen is uniek in Nederland en komt ook in de rest van de wereld maar zeer zelden voor. Aanvankelijk had de toren een grijze pleisterlaag. Toen in de 1930 Vliegveld Haamstede werd geopend, werd vanwege de zichtbaarheid voor het vliegverkeer besloten om een spiraal op de toren aan te brengen. Dit werk kwam in 1935 gereed. In eerste instantie liepen de banden nog niet helemaal door naar beneden. Na de Tweede Wereldoorlog werd die kleurstelling hersteld nadat de Duitse bezetter de toren had beschilderd in (groene) camouflagekleuren. In 1955 werd gekozen om de spiraal naar beneden door te trekken tot op het niveau van het magazijn. In augustus 2020 maakte Rijkswaterstaat bekend dat de toren weer zal worden beschilderd in de kleuren van voor 1955, oxiderood in plaats van signaalrood. Ook de witte zuil komt weer terug, waardoor de spiraal niet meer helemaal naar beneden zal doorlopen. Deze kleurstelling was een advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed die op verzoek van de gemeente Schouwen-Duiveland een historisch kleuronderzoek had gedaan.[1] Dit feit zorgde voor commotie onder de lokale bevolking van Nieuw-Haamstede. Op 8 oktober maakte Rijkswaterstaat bekend dat de toren weer in de bekende kleuren geschilderd zou gaan worden, met de spiraal in dezelfde lengte als voorheen. Naar verwachting zal de restauratie van de toren eind dit jaar worden afgerond.

Licht

De verlichting gaat, zoals reeds vele jaren automatisch aan en uit door middel van een lichtsensor. Aan het karakter van het licht (group flash 2+1) herkent de zeeman de vuurtoren. Het lenzenstelsel, dat voor het karakter zorgt, werd in 1953 geïnstalleerd. Nadat de lichtbron aanvankelijk een gloeilamp van 4200 watt was, is dit nu een gasontladingslamp met een vermogen van 2000 watt.

Trivia

  • Deze vuurtoren is vooral ook bekend door het feit dat graficus Oxenaar zijn beeltenis heeft gebruikt op het bankbiljet van 250 gulden, dat daardoor bekend werd als "de vuurtoren".
  • De vuurtoren is van 1996 tot 1997 gebruikt bij de vormgeving van de commerciële televisiezender TV10.
Foto uit mijn privécollectie
Foto uit mijn privécollectie

Westhoofd

Het Westhoofd is een vuurtoren bij Ouddorp, in de Nederlandse provincie Zuid-Holland, in de duinen bij de Groenedijk.

Al sinds 1552 brandde er een verkenningslicht op de Toren van Goedereede. Omdat dit licht niet meer zichtbaar genoeg was werd tussen 1911 en 1912 op het Westhoofd een vuurtoren gebouwd naar ontwerp van B.A. Verhey. Het was de eerste Nederlandse vuurtoren van gewapend beton. Het optiek van de Toren van Goedereede werd overgeplaatst op deze nieuwe toren.

Op 5 mei 1945, het einde van de Tweede Wereldoorlog, werd de vuurtoren door de Duitse bezetters vernietigd met explosieven. Het optiek was al eerder veilig gesteld en wordt momenteel gebruikt op de vuurtoren van Ameland.

Tegelijkertijd met de bouw van deze toren werden er twee lichtwachterswoningen gebouwd. Deze zijn vandaag de dag nog aanwezig.

De huidige 52,3 meter hoge vierkante toren is na de Tweede Wereldoorlog gebouwd op de locatie van de oude vuurtoren naar ontwerp van Rijksbouwmeester Gijsbert Friedhoff. Het is een betonskelet met bakstenen bekleding. Hierin werden ijzeren staven gebruikt die afkomstig waren uit de oude vuurtoren. In 1950 werd het licht voor het eerst ontstoken.

In 1989 is een radarantenne aangebracht op de toren. Hiervoor moest de walmbol wijken. Deze staat tegenwoordig op een zuil in een plantsoen aan de Oosterweg bij de ingang van het dorp Ouddorp.

In 2018-2019 is de toren gerestaureerd en opnieuw geverfd. De schacht van het rijksmonument is sindsdien purperrood. Met deze opvallende kleur heeft het college van B&W ingestemd omdat dit het meest lijkt op de oorspronkelijke kleur 'vuurtorenrood', die niet meer verkrijgbaar was. De verfbeurt was onderdeel van de restauratie van de toren.

In 2007 werd de vuurtoren erkend als Rijksmonument. De toren is onregelmatig bemand en is sinds 2019 geopend voor publiek.


Vuurtoren Hellevoetsluis 

De Vuurtoren van Hellevoetsluis is een ronde, witte, bakstenen vuurtoren met twee verdiepingen en een hoogte van 18,1 meter. De toren is ontworpen door Jan Valk en in 1822 gebouwd door K. van Golverdingen. De toren staat bij de haveningang van Hellevoetsluis en ligt aan het Haringvliet.

Na de bouw werd de toren voorzien van drie parabolische reflectoren die het licht bundelden. In 1901 is de toren verbouwd en in 1933 werd het optiek vervangen. In 1965 is de vuurtoren gerestaureerd. Sinds 2013 is de lichtinstallatie vervangen door led-verlichting.

De toren is in eigendom van Rijkswaterstaat. In 2005 werden door middel van hulp van de gemeente Hellevoetsluis en vele bewoners van de stad de restauratie van de toren bekostigd. Ook werd er toen een hekwerk rond de toren geplaatst.

De toren is op enkele zondagen in de zomer en op Open Monumentendag geopend voor publiek.

Vuurtorens Nieuwendijk

De vuurtorens bij Nieuwendijk zijn twee vuurtorens bij het gehucht Nieuwendijk in de Nederlandse gemeente Hoeksche Waard. Samen vormen ze een lichtlijn voor het invaren van het Hitsertsche of Vuile Gat.

De stalen zwarte opengewerkte torentjes, met geel lichthuis en rode koepel, werden in 1909 gebouwd. Beide torentjes hebben sinds 2002 een beschermde status als rijksmonument. Ze zijn eigendom van Rijkswaterstaat en niet toegankelijk voor publiek. Het hoge licht is 9,5 meter hoog en het lage licht 7,5 meter.

Hoge licht

Het hoge licht staat naast het haventje van waaruit de veerpont vertrekt naar het eiland Tiengemeten. Het heeft een vast wit licht met een lichthoogte van 12 meter boven zeeniveau en een bereik van 9 zeemijlen.

Lage licht

Het lage licht staat op de dijk 450 meter zuidoostelijk van het hoge licht. Het heeft een karakter van 6 seconden donker en 6 seconden licht met rode en groene sectoren, een lichthoogte van 9 meter boven zeeniveau en een bereik van 9 zeemijlen.

Vuurtorens Maasmond

Hoek van Holland kent verschillende lichten, te weten:

  1. het oude hoge licht, staat nog op zijn oude plaats
  2. het oude lage licht, staat tegenwoordig in het havenmuseum in Rotterdam
  3. 2 rode nieuwe lichten voor de rode lichtlijn, geplaatst in 1974
  4. 2 groene nieuwe lichten voor de groene lichtlijn, geplaatst in 1974
  5. 2 witte nieuwe lichten voor de witte lichtlijn, geplaatst in 1974
  6. voormalig hoge lichtopstand van de uitgaande lichtlijn, stond tussen 1976 en 2004 op het Deltaplein in Kijkduin.

Het plan voor plaatsing van de eerste vuurtorens van Hoek van Holland dateert uit de tijd van de aanleg van de Nieuwe Waterweg (1866 tot 1872). De vuurtorens waren nodig om de scheepvaart veilig richting haven van Rotterdam te kunnen loodsen.

Het oude hoge licht staat aan de Willem van Houtenstraat. De roodbruine gietijzeren toren is ontworpen door Adrianus Cornelis van Loo en gebouwd van 1893 tot 1894 door Penn & Bauduin uit Dordrecht. De toren heeft een trap met 111 treden leidend naar zes verdiepingen. De ronde toren had sinds 1960 een draaiend optiek dat in 1974 werd verplaatst om dienst te doen op de vuurtoren aan de Maasvlakte, die de functie van verkenningslicht overnam. Tegenwoordig is het oorspronkelijke optiek uit 1894 weer op de toren teruggeplaatst.

Het hoge licht heeft dienstgedaan tot de komst van de nieuwe lichten bij de aanleg van de Maasvlakte in 1974. In 1982 kreeg het hoge licht een monumentenstatus.

De toren is momenteel in gebruik als Kustverlichtingsmuseum Hoek van Holland. In dit museum ziet men een tentoonstelling over de geschiedenis van vuurtorens, vuurtoren modellen, lampenwisselaars, propaan gaslantarens, radiobakens, fotomateriaal en boeien.

  • Locatie: 51° 58′ 28″ NB, 4° 07′ 59″ OL
  • Bouwjaar: 1893-1894
  • In gebruik: gedoofd 1974
  • Hoogte: 27,2 meter

Scheveningen

De Vuurtoren van Scheveningen is ontworpen door Quirinus Harder en werd in 1875 opgeleverd. De rode twaalfzijdige gietijzeren toren is 30 meter hoog. De toren heeft de status van rijksmonument en bestaat uit 8 verdiepingen en een trap met 159 treden. De vuurtoren bevindt zich aan het einde van de boulevard dicht bij de Scheveningse haven en visafslag. De toren behoort tot de gemeente Den Haag.

Geschiedenis

Plaquette boven de ingang

Sinds 1595 beschikte Scheveningen over een vierkante vuurbaak. De kerk inde geld van de schepen die van de vuurbaak gebruik maakten. Rond 1850 werd het bouwwerk verhoogd om de zichtbaarheid te vergroten. De nieuwe vuurbaak bevatte een koperen koepel en een stilstaand Fresneloptiek.

In de jaren zeventig van de negentiende eeuw kreeg Quirinus Harder opdracht de huidige vuurtoren te ontwerpen. De vuurtoren is op aanvraag bij Muzee Scheveningen open voor publiek.

Omschrijving

De vuurtoren en omgeving, tussen 1920 en 1940

De toren is gebouwd van gietijzer. De negen vloeren staan in verbinding met elkaar door gietijzeren wenteltrappen. Op de tweede verdieping is het verblijf van de vuurtorenwachters. Deze vloer is betimmerd en met kooien uitgerust. De kooien zijn in 1959 verwijderd. Een uitkijkpost is in 1957 op de zesde vloer van de toren gebouwd. Aan de voet van de toren werden één dubbele woning voor de opzichter en vier woningen voor vuurtorenwachters gebouwd.

Bij oplevering bevatte de toren een draaiende optiek in een kwikbad. In de jaren zestig werd dit licht vervangen door een elektrisch aangedreven draaiend lichtwerk op kogellagers. Het licht heeft een hoogte van 49 meter, reikt ruim 53 kilometer (29 zeemijlen) ver en geeft twee lichtflitsen per tien seconden.

Noordwijk aan zee

De vuurtoren van Noordwijk aan Zee staat aan de Koningin Wilhelminaboulevard 34 bij het Vuurtorenplein. Het heeft zes verdiepingen en een trap met 108 treden. De toren heeft een lichthoogte van ruim 33 meter en is gemaakt van baksteen en gewapend beton.

Op het Vuurtorenplein staat ook het monument Janus.

Op dezelfde plek werden al in 1444 vuren gestookt ter oriëntatie voor de lokale visserij die na zonsondergang nog huiswaarts moesten keren. Het licht werd alleen ontstoken als er vissers op zee waren. In de 19e eeuw werd een houten stellage gebouwd die in 1854 werd vervangen door een stenen torentje. Dit licht werd in 1913 afgebroken.

De toren in zijn huidige vorm werd van 1921 tot 1922 gebouwd als verkenningslicht voor de scheepvaart. Het ontwerp kwam van Otto Jelsma, dezelfde ontwerper als de vuurtoren van Harlingen, en de bouw werd verzorgd door Van Splunder & Zn. Op 1 augustus 1923 werd het licht voor het eerst ontstoken en liep het hele dorp uit.

Circa tien jaar later werd om het doorlekken van water te voorkomen een witte pleisterlaag aangebracht. Dick van Dee was de laatste Noordwijkse vuurtorenwachter (1954-1986). Hierna was de toren onbemand. De vuurtoren is sinds 1980 een rijksmonument en zal binnenkort toegankelijk zijn voor het publiek. Het beheer is in handen van de Stichting Kurt Carlsen.

In 2004 onderging de toren een restauratie waarbij hij opnieuw wit werd geschilderd en de ramen, ruiten van lichthuis en de koepel werden gekit. In 2017 werd de toren opnieuw gerestaureerd. Toen werden alle overbodige antennes verwijderd.

De KNRM gebruikt deze vuurtoren voor communicatie. Sinds 2002 wordt tijdens evenementen de vuurtoren gebruikt door zendamateurs met de roepletters PG6N. Jaarlijks wordt wereldwijd door zendamateurs het "International Lighthouse and Lightship Weekend" georganiseerd gedurende het derde weekeinde van augustus.

Het lichtkarakteristiek is drie onderbrekingen per 20 seconden. Het patroon is 2x kort gevolgd door 1x lang. Het licht heeft een sterkte van 38.000 cd en een zichtbaarheid van 18 zeemijl (33 km).

IJmuiden

De hoge vuurtoren van IJmuiden is een ronde, roodbruine, gietijzeren toren die is ontworpen door Quirinus Harder en is gebouwd tussen 1877 en 1878 door D.A. Schretlen & Co uit Leiden.

De toren heeft een hoogte van 43,3 meter en vormt samen met de lage vuurtoren van IJmuiden een lichtlijn die de IJgeul en ingang van de haven markeren. De toren telt tien verdiepingen en 159 treden en was identiek aan de gelijktijdig gebouwde lage vuurtoren.

In november 1988 werd het oude lichthuis vervangen door een nieuw exemplaar. Jarenlang stond het oude lichthuis op de kade voor Museum Vlaardingen. Sinds 2019 doet het dienst als kiosk op het standstrand van Vlaardingen.

De vuurtoren is tegenwoordig een rijksmonument en de terp waarop de toren staat een gemeentelijk monument. De toren is niet bemand en niet geopend voor het publiek.

Licht

Het licht heeft een lichtsterkte van 3.500.000 candela en een zichtbaarheid van 29 zeemijlen. Het licht schittert elke 5 seconde.


Egmond aan Zee

De vuurtoren J.C.J. van Speijk is een vuurtoren aan de Noordzeekust bij Egmond aan Zee. De J.C.J. van Speijktoren is een van de oudste, nog actieve vuurtorens van Nederland. De voet van de vuurtoren vormt een imposante graftombe die herinnert aan luitenant-ter-zee Jan van Speijk.

Vuurtoren

De zee bij Egmond kon, en kan nog steeds, zeer verraderlijk zijn. Daarom werden er in tussen 1833 en 1834 twee door Jan Valk ontworpen vuurtorens gebouwd. Na de aanleg van het Noordzeekanaal in 1876 en de bouw van de twee vuurtorens in IJmuiden, werden de torens in Egmond, om verwarring te voorkomen, voorzien van rode ruiten, zodat het uitgestraalde licht in kleur kon worden onderscheiden van dat van IJmuiden. In 1891 werd de vuurtoren J.C.J. van Speijk voorzien van een draailicht. De zuidertoren op het Torensduin werd in datzelfde jaar gedoofd en in 1915 afgebroken.

In 1922 werd het lichthuis verbouwd omdat de toren elektrisch licht kreeg. De balustrade is toen in beton gegoten. Het ontwerp voor deze verbouwing was van Otto Jelsma. In 1967 werd het wachtlokaal gebouwd. De noordzijde van het licht is rood van kleur om te waarschuwen voor gevaarlijke ondieptes ten noorden van Egmond. Zodra schepen uit deze gevarenzone komen wordt het licht weer wit.

Van Speijkmonument

Deze vuurtoren werd in 1834 uitgekozen als J.C.J van Speijkmonument, ter nagedachtenis aan luitenant-ter-zee Jan van Speijk, die liever de lucht in vloog dan zijn schip over te geven aan de Belgische vijand. Hij ontstak de voorraad kruit aan boord van het schip op 5 februari 1831. Behalve Van Speijk, vonden ook 25 andere bemanningsleden en een aantal Belgen de dood bij de ontploffing.

De vuurtoren werd bekostigd met de opbrengst van de veiling van relikwieën en overblijfselen van de kanonneerboot en persoonlijke eigendommen van de bemanning. Het Rijksmuseum van Amsterdam kocht een deel van de bebloede scheepsjas van Van Speijk en zijn mes. Het monument is ontworpen door Jan David Zocher en gebouwd door aannemer K. Bos uit Sliedrecht. Het gebruikte materiaal is natuursteen.

Daarbij is het niet gebleven in de verering van Jan van Speijk. Bij Koninklijk Besluit is namelijk vastgelegd dat een van de schepen van de Nederlandse vloot de naam 'Van Speijk' zal dragen. De huidige 'Zr. Ms. Van Speijk' (F828) is een multi-purpose fregat van de Karel Doormanklasse en kwam in 1995 in de vaart.

Hedendaagse functie

Door de komst van satellietnavigatie doofden vanaf 1980 vele vuurtorens en alle lichtschepen hun lichten. De observatietaken van de kustwacht bij Egmond werden door een centrale, landelijke kustwacht overgenomen. Na een reorganisatie konden de verkeerscentrales in Den Helder en IJmuiden met radar de hele kust van Noord-Holland bestrijken, waardoor visuele waarneming overbodig werd. Bert de Boer, die in 1978 als lichtwachter in dienst gekomen was, werd objectbeheerder tot 1990. Na 1990 is de vuurtoren niet meer bemand maar wel nog steeds actief.

De toren wordt nog steeds gebruikt als herkenningspunt en controle voor de plaatsbepalingsapparatuur aan boord van schepen en is zeker voor de recreatievaart, die vaak zonder ultramodern navigatiesysteem werkt, onmisbaar. De KNRM gebruikt de vuurtoren bij reddingacties en oefeningen.

Korte geschiedenis

  • 1823: Besluit oprichting kustlichten te Egmond
  • 1833: Bouw van twee torens gestart
  • 1834: Bouw gereed, lichtwachters aangesteld, lichten ontstoken
  • 1838: Koninklijk besluit tot verbouwing Noordertoren tot monument
  • 1841: Voltooiing verbouwing tot monument
  • 1879: Licht tijdelijk gedoofd (van 15 februari tot 15 maart), optieken voorzien van rood glas
  • 1891: Draailicht aangebracht
  • 1892: Licht Zuidertoren gedoofd
  • 1915: Dagmerkschermen verwijderd
  • 1922: Elektrificatie, balustrade in beton gegoten, lichthuis vernieuwd
  • 1936: Lichtkarakter wordt Iso 10s
  • 1967: Bouw wachtlokaal naar ontwerp van F. de Ruyter en monumentstatus

Bij de verbouwing in 1967/68 werd de kop opgetild, de oude omloop weggehaald en de nieuwe uitkijkpost, ontworpen door F. de Ruijter, er tussen gevoegd. De schuinstaande ramen vormden een opvallend detail. Na de verbouwing is de toren nog imposanter geworden door het geplaatste wachtlokaal. De komst van radar maakte het overbodig dat de lichtkoepel voor de navigatie van vliegtuigen van glas moest zijn. Het dak werd voorzien van een nieuwe bekleding met koperen platen. De traditionele zeemeermin windwijzer werd hersteld.

Openstelling Vuurtoren

Alle vrijdagen in de maanden juli en augustus is zowel het MCE als de vuurtoren voor het publiek geopend (19.00 - 21.00). Kaartjes voor de toren zijn verkrijgbaar aan de voet van de toren of in het MCE. (Maritiem Centrum Egmond)

Groepen van personen (particulieren en bedrijven) kunnen na aanmelding (bij voorkeur via de mail) worden rondgeleid, ook zowel in het MCE als op de toren

Groote Kaap

De Zanddijk-Groote Kaap is een ronde rood geverfde stalen vuurtoren met een wit lichthuis aan de Noordzeekust in de duinen tussen Groote Keeten en Julianadorp aan Zee op het grondgebied van de gemeente Schagen.

De oorspronkelijke toren werd gebouwd in 1966 en verving toen een opengewerkte lichtopstand op die locatie. Aanvankelijk was de toren het hoge licht van een lichtlijn. In 1985 werd het lage licht gesloopt en werd het hoge licht vervangen door een vrijwel identieke toren. Sindsdien is de toren een sectorlicht.

De toren is 16,8 meter hoog en het licht heeft een hoogte van 32 meter boven de middenstand. Op de lichtenlijst, waar alle lichtbakens in vermeld staan heeft de toren het internationale nummer B0849 en nationaal: 1482. Tegenwoordig zit er led-verlichting in de toren.

De toren is een gemeentelijk monument.

Licht

  • Zichtbaarheid in zeemijlen: Wit 11, Rood 8 en Groen 8
  • Lichtkarakter: Oc WRG 10s
  • Lichtbron: LED

Kijkduin

De vuurtoren Kijkduin, in de volksmond Lange Jaap, is een vuurtoren die net ten noorden van Fort Kijkduin staat in Huisduinen, nabij Den Helder in de provincie Noord-Holland. De toren kreeg in 1988 de status van rijksmonument.

Met een lengte van 63,45 meter is de Lange Jaap de hoogste nog brandende vuurtoren van Nederland (Tussen 1974 en 2008 was dat de vuurtoren aan de Maasvlakte) en de hoogste gesloten gietijzeren vuurtoren ter wereld.[1] De bouw van de toren is begonnen in 1877 en het licht kon op 1 april 1878 worden ontstoken.

Het broodjeaapverhaal gaat dat Lange Jaap op een stapel koeienhuiden staat, hetgeen zou verklaren waarom de top van de toren bij storm ongeveer een meter heen en weer beweegt. In werkelijkheid beweegt de vuurtoren in de top maximaal vijf centimeter.

Al lang voor de Lange Jaap stonden in dezelfde buurt bij Kijkduin vuurtorens of bakens. Nog voor de bouw van het fort, stond er een toren met een licht dat opgewekt werd door hout en kolen te stoken. In 1822 werd er een door Jan Valk ontworpen, nieuwe ronde, stenen toren van circa zesenveertig meter hoog gebouwd midden op het inmiddels opgetrokken Fort Kijkduin, hetgeen op zich al een relatief hoge locatie was. Aanvankelijk bestond de verlichting uit zesentwintig olielampen met holle spiegels als reflectoren, dit licht was zichtbaar tot op ongeveer tien kilometer afstand. In 1853 werden de olielampen van deze oude toren vervangen door een ander type lamp met lenzenstelsel in plaats van reflectoren.

De zestienzijdige toren is geheel opgetrokken uit gietijzeren platen met een opstaande rand die aan elkaar geschroefd zijn waardoor de vuurtoren erg zwaar is (506.100 kg gietijzer). De ontwerper van de vuurtoren was Quirinus Harder, voormalig hoofdconstructeur van de bouwkundige dienst van het loodswezen. De toren werd gebouwd door de firma Penn & Bauduin.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vuurtoren in camouflage-kleuren geschilderd. In 1979 werd er een radarinstallatie op de vuurtoren geïnstalleerd.

In 1992 werd de kap van de vuurtoren vervangen door een nieuw exemplaar. De oude koepel is te vinden op de voormalige rijkswerf Willemsoord te Den Helder. Sinds 1998 is de Lange Jaap gesloten voor publiek vanwege breuken in de gietijzeren vloeren.

In 2015 waaide tijdens een storm de radarinstallatie van de toren, hierdoor was er tijdelijk geen radardekking in het Schulpengat.

Bij de bouw in 1877 werd een Argandse lamp geplaatst met stilstaande lenzen. In 1903 kwam daar een draaiend lenzenstelsel voor in de plaats dat in een ronde bak met kwik dreef. Zo'n kwikbad maakt het mogelijk het lenzenstelsel met relatief weinig kracht door een uurwerkachtige constructie aan te drijven, maar kan ook zorgen voor problemen met rondspattend kwik als de top van de toren door harde wind heen en weer beweegt.

Dit eerste lenzenstelsel uit 1903 van de Lange Jaap had een schitterlicht met twee schitteringen in tien seconden dat op ongeveer zesendertig kilometer nog te zien was. In 1912 werd er een sterkere lamp geplaatst en in 1924 een nog sterker elektrisch licht.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in 1940 het toenmalige licht door Duitse mariniers geheel verwoest, waarna de vuurtoren vijf jaar buiten gebruik bleef. Nadat er in 1945 eerst een noodverlichting was geplaatst kon in 1949 een nieuw lenzenstelsel in gebruik worden genomen met vier schitteringen in twintig seconden. Halverwege de jaren zestig is het kwiklager vervangen door een groot kogellager. Tegenwoordig is de Lange Jaap op vierenvijftig kilometer afstand te zien.

Vuurtoren van Marken

De Vuurtoren van Marken, in de volksmond het Paard van Marken, is ontworpen door Jan Valk en gebouwd in 1839 en staat op de oostelijke punt van het eiland Marken. De vuurtoren heeft een lichthoogte van 16 meter en een lichtbereik van 9 zeemijlen.

Geschiedenis

De toren is in 1700 begonnen als een vierkante vuurtoren. Dit was er een van drie vuurtorens bij Marken, De Ven en Hoek van 't IJ waartoe in 1699 werd besloten om de route van de Waddenzee naar Amsterdam te markeren. De torens waren voorzien van olielampen volgens het ontwerp van Jan van der Heyden.

In 1839 werd de vierkante stenen toren vervangen door een rond ijzeren exemplaar op de oude fundering. Later werden er een bakstenen gebouw met een woning en opslagplaats aan de vuurtoren gebouwd, die de toren de karakteristieke vorm gaf.

In 1884 kreeg de toren een mistbel. De hamers hiervan werden aangedreven door een uurwerk, met valgewicht in de toren. In 1919 is de mistbel vervangen door een misthoorn, hiervoor werd een machinekamer gebouwd tussen de vuurtoren en de woning.

Regelmatig heeft de vuurtoren last van kruiend ijs. In 1971 was dit zo erg dat de toren enkele centimeters van zijn plaats werd geduwd. Het lichtwachtershuis naast de toren wordt bewoond.

In 1992 is het oude lichthuis vervangen door een nieuw exemplaar. Het oude lichthuis is vandaag de dag te vinden op het terrein van de reddingsbrigade bij de haven van Marken.

Sinds 1970 bezit de toren de status rijksmonument.

 

Urk

De vuurtoren van Urk is een 18,5 m hoge vuurtoren op Urk.[1] De huidige vuurtoren werd van 1844 tot 1845 gebouwd en werd in 1901 met ruim vijf meter verhoogd. De verhoging van was nodig omdat de in 1885 vergrootte Bethelkerk het licht naar het oosten blokkeerde.

De vuurtoren is de enige langs het IJsselmeer en het Markermeer die de beschikking heeft over een draailicht (hierbij staat de lamp stil en draait de lens).

In 2009 is er bij onderhoudswerkzaamheden een nieuw koperen dak aangebracht.

De toren is regelmatig voor het publiek geopend.

Al vanaf 1617 brandde er op Urk een vuur. Dit kolenvuur was bestemd voor de vissers van Urk en de schepen die vanaf Amsterdam naar de Noordzee voeren. Zij werden door dit vuur de weg gewezen. De eerste vuurboet werd gebouwd door de Amsterdamse burgemeester Gerrit Jacob Witsen namens de Staten van Holland en West-Friesland, die de heerlijke rechten op Urk bezaten.

In 1837 werd een vierkante baak gebouwd. Deze werd in 1844 weer afgebroken en in plaats daarvan werd de vuurtoren in de huidige vorm gebouwd.

  • De vuurtoren van Urk draait als enige vuurtoren van Nederland tegen de wijzers van de klok in.

Eierland

De vuurtoren Eierland staat op het noordelijkste puntje van het eiland Texel. Zes van de acht verdiepingen zijn van maart tot november en in de vakanties dagelijks te beklimmen. In de winter is de toren open op woensdag en in het weekend. De felrode toren is bijzonder fotogeniek en komt dan ook veelvuldig voor op foto's van Texel

In het Eierlandse Gat, voor de kust van Texel, zijn in de loop der eeuwen vele schepen vergaan. Terwijl er aan het begin van de negentiende eeuw wel vuurtorens stonden op Terschelling en in Den Helder, had Texel alleen een houten baken. Dit was duidelijk onvoldoende; tussen 1848 en 1860 vergingen er maar liefst 72 schepen voor de Texelse kust.

De Texelse notaris Johannes Ludovicus Kikkert pleitte vurig voor een vuurtoren op de noordpunt van Texel, ter bescherming van de zeevarenden. Hij lobbyde in Den Haag en zette zijn invloed in als wethouder van Texel en als lid van de Provinciale staten van Noord-Holland. Dankzij zijn jarenlange inspanningen werd in 1863 begonnen met de bouw van de vuurtoren. Ontwerper was Quirinus Harder, die ook veel andere Nederlandse vuurtorens heeft ontworpen. Deze toren is de enige bakstenen toren van zijn hand, de anderen zijn van gietijzer. De vuurtoren werd gebouwd op een duin van 20 meter hoog. In 1864 was de negen verdiepingen tellende toren klaar; op 1 november van dat jaar mocht Kikkert het licht ontsteken.

Tijdens de opstand van de Georgiërs in april 1945 is de toren zwaar beschadigd. Hij is in 1948 hersteld door hem met een nieuwe muur te omhullen en een nieuwe bovenbouw te plaatsen. Dit veranderde de vorm van de toren: hij werd een stuk breder.

Sinds 2009 wordt de vuurtoren beheerd door Stichting Texels Museum en is hij open voor publiek. Bij helder weer kan kilometers ver worden gekeken vanaf de omloop van de toren. Het lichthuis en de voormalige werkruimte van de vuurtorenwachters zijn niet toegankelijk; de wachtkamer is wel door het raam te bekijken.

Tot 1910 brandde het licht op de vuurtoren op petroleum. In 1927 werd dit vervangen door pharoline. Daarna werd de toren geëlektrificeerd. Het lichtpunt zit op 53 meter boven NAP. Er zit tegenwoordig een 2000 watt Philips gasontlading-kwikdamp-lamp in. De lichtsterkte is 2,85 miljoen candela. Het licht schittert tweemaal per 10 seconden. Het licht wordt gebundeld door fresnellenzen, opgebouwd uit concentrisch opgestelde glazen ringen. Er zijn drie lampen die om de beurt een nacht branden.


Vuurduin

Vuurduin is een vuurtoren die op het Vuurboetsduin op het Nederlandse Waddeneiland Vlieland staat.

Beschrijving

De gietijzeren rode toren is oorspronkelijk de bovenbouw van de lage vuurtoren van IJmuiden uit 1877-1978 naar ontwerp van Quirinus Harder. De bovenste verdiepingen met het lichthuis werden in 1909 op het eiland geplaatst. Het lichtbaken staat op het Vuurboetsduin, een van de hoogste duinen van Nederland. De vuurtoren is zelf maar 16,8 meter hoog, maar door de hoge ligging op de duin van 42 meter schijnt de toren 54 meter boven de zeespiegel. In 1929 is naast de vuurtoren een uitkijkpost op palen gebouwd. In 1973 is de gloeilamp van de vuurtoren vervangen door drie kwiklampen. In 1986 is het lichthuis geheel vernieuwd. De oude koepel doet tegenwoordig dienst als kiosk op een midgetgolfbaan op het eiland.

Het licht van de vuurtoren brandt twee seconden en is daarna twee seconden uit. De lampen en de lenzen staan stil, er draait een soort gordijn dat het licht elke twee seconden afschermt, de toren is dus eigenlijk een groot zwaailicht.

Voor de bouw van de metalen vuurtoren bevond zich op deze plek een ronde stenen toren die in 1836 gebouwd is en was ontworpen door Jan Valk. Voor de bouw daarvan was er een baken op houten palen. De oudst bekende verwijzing naar het baken van Vlieland is van 1462.

Sinds 1990 is de vuurtoren open voor toerisme. In de vuurtoren is tijdens openingstijden een vuurtorenwachter aanwezig, hoewel de vuurtoren zelf geheel automatisch werkt. Er worden rondleidingen gegeven en in de uitkijkpost naast de vuurtoren zijn souvenirs te koop. Daarnaast wordt de toren gebruikt als trouwlocatie.

De gietijzeren trap naar het panoramadak telt 49 treden, inclusief opstapje. De lamp bevindt zich nog 9 treden hoger.


Brandaris

De Brandaris is een vuurtoren op Terschelling, en tevens de oudste nog werkende vuurtoren van Nederland.

Deze toren is vernoemd naar Sint Brandarius of Sint Brandaan. In het huidige dorp West-Terschelling stond in de Middeleeuwen een Sint-Brandariuskerk, waarvan de toren als baken voor de scheepvaart diende. Deze kerk bestaat niet meer. De huidige Brandaris heeft de rol van baken van de voormalige Brandarius-kerktoren overgenomen; vandaar dat deze vuurtoren de naam van de zeevarende heilige Brandaan heeft behouden.

De middeleeuwse Brandariuskerk werd in 1323 gebouwd. De toren werd zo gebouwd dat deze kon dienen als baken voor de schepen die via de Zuiderzee op weg waren naar Amsterdam. Een goede markering van de nauwe doorvaart tussen Vlieland en Terschelling was nodig omdat de Waddeneilanden vanuit de Noordzee gezien veel op elkaar lijken. De Hanzestad Kampen betaalde mee aan deze eerste vuurtoren.[1]

Het eiland Terschelling verplaatste zich geleidelijk, waardoor de eerste Brandaris omstreeks 1570 in zee stortte. Het heeft tot 1592 geduurd voordat men aan de constructie van een tweede toren begon, maar deze stortte in voordat hij klaar was, doordat er slechte bouwmaterialen waren gebruikt.

De huidige toren was gereed in 1594. In 1837 werd de Brandaris verbouwd om als eerste Nederlandse vuurtoren een draaiende fresnellens te kunnen dragen. De trapkoker en het lichthuis zijn in dat jaar aangebracht. Elektrificatie volgde in 1907. Hiervoor werd een jaar eerder aan de noordzijde van de toren een machinehuis gebouwd. Dit gebouw werd in 1982 afgebroken. De lamp met elektrische aandrijving werd in 1920 geïnstalleerd. In 1977 kreeg de vuurtoren een lift en een radarantenne. Het licht is nu volkomen automatisch.

Door inwerking van weer en wind en zoute zeelucht is regelmatig onderhoud aan de Brandaris noodzakelijk. In 2010 is de toren in opdracht van Rijkswaterstaat geheel opnieuw gevoegd. De toren heeft speciale vogelverlichting om te voorkomen dat vogels er tegenaan vliegen.

Vuurtoren Ameland

De Vuurtoren van Ameland (ook bekend als Bornrif[1]) is een vuurtoren op het waddeneiland Ameland in de Nederlandse provincie Friesland.

Beschrijving

De vuurtoren werd in 1881 gebouwd, in opdracht van Koning Willem III. De toren is ontworpen door Quirinus Harder en werd gebouwd door gieterij Nering Bögel in Deventer. De afzonderlijke segmenten zijn naar Ameland verscheept en ter plaatse op elkaar geplaatst. De vuurtoren is 55,3 meter hoog en telt 15 verdiepingen. De trap naar boven heeft 236 treden, exclusief de treden naar de top.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam er tijdelijk een zeer zwak noodoptiek op de toren. Hierdoor kreeg de toren de naam schemerlamp. In 1952 werd dit vervangen door een optiek afkomstig van de voormalige vuurtoren het Westhoofd bij Ouddorp. Dit licht heeft een sterkte van 4.400.000 candela.

In 1988 is het oude lichthuis vervangen door een nieuw exemplaar om een radarantenne te kunnen dragen. Dit oude lichthuis staat tegenwoordig op het dak van Maritiem Centrum Abraham Fock te Hollum.

De vuurtoren is sinds 1982 een rijksmonument. Tot 2005 was de vuurtoren tevens in gebruik door de kustwacht. Het eigendom van de vuurtoren is daarna overgegaan naar de gemeente Ameland waarbij de ruimtes in gebruik zijn genomen als museum.[3]

Op ongeveer 80 meter zuidoostelijk van de voet van de toren zijn de voormalige lichtwachterswoningen te vinden.

Expositieruimte

Sinds eind 2004 is de toren eigendom van de gemeente Ameland en sinds 26 maart 2005 is de toren weer voor toeristen toegankelijk. De toren wordt als expositieruimte gebruikt. Bovenin is een werkkamer ingericht zoals deze vroeger door de vuurtorenwachter werd gebruikt.

Noordertoren

De Noordertoren, of Buitentoren, op het Nederlandse Waddeneiland Schiermonnikoog is een vuurtoren. Hij werd tussen 1853 en 1854 samen met een andere toren, de Zuidertoren, gebouwd.

Omdat men vroeger niet beschikte over lichtkarakters plaatste men soms twee torens of vuren, zodat de zeeman wist waar hij was. Bovendien konden twee vuren of torens een lijn vormen, zodat schepen langs gevaarlijke ondiepten geleid konden worden.

Oorspronkelijk had de toren een vast licht. In 1910 kreeg de toren een draailicht. Vanaf toen kon men de kust ook herkennen met één licht en was het licht van de Zuidertoren overbodig geworden.

Tegelijkertijd met de ontsteking van het draailicht werd naast de toren in het daarvoor opgericht opengewerkt torentje een zogenaamd verklikkerlicht in gebruik genomen. In 1951 werd dit "Eemslicht" achter een raam in de toren geïntegreerd.

In 1951 werd een uitkijklokaal voor de kustwacht in de toren gebouwd. Deze bestaat uit 12 ijzeren lamellen met elk een raam die rondom onder de balustrade van de toren zijn aangebracht.

In 1979 is kreeg de toren een nieuw lichthuis om een radarantenne te kunnen dragen.

De toren wordt 24 uur per dag bemand om het scheepvaartverkeer in de gaten gehouden en weerberichten te verstrekken voor de kustwateren. In 1998 is de toren rood geschilderd.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin